12 april 2010

Passie - Mart Smeets

In't kort:
Mart Smeets kijkt terug op 40 jaar sportjournalistiek aan de hand van verschillende schrijfsels die hij in die 40 jaar voor uiteenlopende publicaties heeft geschreven.

Mijn oordeel:
Ik heb me geërgerd. Hoe verder ik vorderde in het boek, hoe meer ik me ging ergeren. Waar de oudere artikels nog blijk geven van een geïnteresseerd sportjournalist, zien we hoe langer hoe meer Mart Smeets' typische stijl opduiken: "Kijk eens hoe diepgaand ik met de mens achter de sporter omga." Nu, die stijl van hem heeft veel succes. Ik reken de werkelijk braakverwekkende commentaren van bijvoorbeeld een Michel Wuyts of een Karl Van Nieuwkerke tot volgelingen van Smeets. Daar kan hij niets aan doen natuurlijk.

Het grootste probleem met Mart Smeets is dat hij zichzelf duidelijk een hele grote meneer vindt, in tegenstelling tot iedereen die niet voldoet aan de Mart norm. En de Mart norm is heel simpel: je moet gewoon hetzelfde doen en zijn als Mart. Dat betekent, volgens mij, dat je zelfingenomen, ouderwets, sexistisch, betweterig en een beetje naar moet zijn. Volgens Mart zelf betekent dat vast dat je inteliigent, filosofisch, gedistingeerd en modern aristocratisch moet zijn.

Zijn sportstukjes zijn nog het minst ergerlijk en gelukkig heeft hij er geen Armstrong stukjes inzitten, maar de verhalen die de man geschreven heeft, overstijgen nergens de middelmaat, zijn dertien in een dozijn en vertonen een hoog masturbatoir gehalte. Zijn eigen terugblik op stukjes (korte commentaartjes achter elk stukje) gooien vaak olie op het vuur: "Ineens ging ik een verhaaltje schrijven vanuit het standpunt van een vrouw..." (juist, ja) of "Er is blijkbaar wat misgelopen bij het versturen naar de uitgever want dit stukje werd nooit gepubliceerd" (tja...) enzovoort.

Akkoord, ik ben met een vooroordeel aan dit boek begonnen maar ook met de gedachte dat ik hem nog een kans wilde geven. Helaas... Het ergste verhaal is dat waar hij, fictief uiteraard, vooruitblikt hoe hij in het voorportaal naar de Hemel, zijn grafrede moet samenstellen en waar hij wordt geinterviewd door en knappe stoot die hem, natuurlijk, waanzinnig aantrekkelijk vindt. Tenenkrullend.

Het is vast allemaal ironisch bedoeld...

Eindoordeel:
Het begint nog bij een **1/2 à *** maar glijdt gestaag af naar mijn eindoordeel *

Geen opmerkingen: