In't kort:
De (fictieve) autobiografie van Clap, de drummer van de band okay.
Mijn oordeel:
Ik vond het maar matig boeiend. Het probeert het leven te schetsen van life on the road voor een bandlid dat meestal en van nature meer op de achtergrond blijft. Drugs, gewillige fans en allerlei andere typische zaken komen naar voor. Niets nieuws. Waar het anders is of probeert te zijn, is dat Clap toch minder asociaal is dan de doorsnee rockster. Hij bekeert zich op een bepaald moment zelfs tot het Boeddhisme.
Alleen: hij doet dat op een voor mij saaie manier. De humor zit hem vast in de hilarische toestanden die hij en de band meemaken, maar het is geen bijtende satire, het mist pit.
Toby Litt heeft, denk ik, geprobeerd om een waarheidsgetrouwe weergave te maken, net zoals een echte drummer uit een rockband het zou (kunnen) doen. Die biografieën zijn vast niet veel boeiender, maar worden daar vaak rechtgehouden doordat het de biografie van een bekend iemand is en de lezer positief bevooroordeeld eraan begint. Hier ken je de drummer niet, eerlijk, en blijft de verveling over. Ik was blij dat het uit was.
Wel mooi vormgegeven: de kaft ziet er niet alleen uit als een oude vinylplaat, maar heeft ook de ribbeltjes. Geinig.
Eindoordeel:
**1/2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten