In’t kort:
een gedetailleerde biografie van George ‘Babe’ Ruth, de vermaarde,
zelfs iconische baseballer die bijna in zijn eentje van baseball
the national pastime maakte in de 20s en 30s van de vorige eeuw.
Het boek is chronologisch opgebouwd, zonder tijdsprongen, en geeft ook
een goed beeld van ‘de tijd van toen’.
Mijn oordeel: ik kende Ruth van enkele verhalen (the called
shot en zijn home-run-record bijvoorbeeld) en zag ook de (niet bijster
goede) biopic met John Goodman in de hoofdrol. Dit boek geeft heel wat
meer
ins and outs, en Creamer doet dat consequent op een genuanceerde manier.
We krijgen een beeld van zijn leven op het veld, maar ook ernaast,
en dat is wel ferm gedaan. Het wordt al snel duidelijk dat zijn niet
bijster gelukkige jeugd (moeder snel overleden, vader die geen tijd had
en hem in een pensionaat dropte) een onmiskenbare
en diepe weerslag had op zijn volwassen leven. Zijn spilzucht, de niet
aflatende honger naar geld, seks en drank, zijn ‘rare’ omgang met
vrouwen, ploegmaats en coaches, ze zijn legendarisch maar te verklaren
(maar daarom niet goed te praten) door zijn moeilijke
jeugd.
Uiteraard heb je wel wat basiskennis nodig van het spelletje zelf
(home-run, pitcher, strikes & balls), maar Creamer maakt het
baseball-verhaal niet te technisch, tactiek en strategie van het
spelletje worden weinig tot niet besproken. En dat maakt het
ook voor een quasi-leek goed leesbaar.
Doorheen zijn levensverhaal verwerkt de auteur ook de evolutie van
Boston en New York: ‘the sky is the limit’ in de 20s, maar daarna de
kater in de 30s, met de Depression en de drooglegging. Al had Ruth zelf
niet veel last van de Grote Depressie, hij verdiende
in 1934 meer dan president Hoover…
Het boek is wel wat gedateerd (oorspronkelijk verschenen rond
1973), maar Babe is zo tijdloos dat ook dat niet voor problemen zorgt.
Eindoordeel: ****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten