In 't kort:
Een niet nader genoemde ambtenaar bij de Europese Unie (de ik-verteller) en zijn vrouw Debbie verhuizen, nadat zich in de stad een gezinsdrama heeft afgespeeld boven hun appartement, naar een gloednieuwe "gated community" op het Vlaamse platteland: de Windroos. Deze gemeenschap is niet er geliefd in de rest van het dorp en wordt smalend "De Heining" genoemd.
Op een dag past de ik-figuur op het jongste zoontje van de eigenaar (dictator) van de Windroos. Na wat tumult tussen de ik-figuur en een jaloerse Braziliaanse voetballer, blijkt het jongetje spoorloos verdwenen.
Mijn oordeel:
Dit is een best aangenaam boekje (een goeie 150 pagina's) dat op geen enkel moment vervelend wordt. Het wordt echter ook nergens echt boeiend. Het is, althans volgens mij, in zijn thematiek vis noch vlees. Wil het maatschappijkritisch zijn op het enge Vlaanderen? Mja, maar dat is elders al beter gedaan (Hugo Claus was er alvast beter in) en wordt hier niet strak doorgetrokken. Is het een psychologisch drama (de gated community die slaat op de "gated communion" die het huwelijk van onze man en zijn vrouw Debbie ondertussen geworden is?)? Is het een kritiek op de paranoia van de bange blanke Vlaamse man en vrouw?
Ik kreeg hierdoor een beetje een onbestemd gevoel bij dit boek. Leest lekker, dat wel, maar wat heb ik nou eigenlijk gelezen? Bovendien zijn de 150 of zo pagina's te kort om de personages volledig in te kleuren waardoor een aantal ervan te stereotiep blijven. Bewust, misschien, maar voor mij niet overtuigend.
Eindoordeel:
**1/2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten