Andrew Whittaker is uitgever van literair tijdschrift Soap en zelfverklaard verdediger van al wat literair rebels is.
Het blad kent echter geen succes. Hij heeft een aantal huizen en appartementen die hij verhuurt. Door hun bouwvallige staat krijgt hij ze echter niet verhuurd, branden ze af of betalen de huurders geen huur. En ondertussen wil hij een literair festival organiseren.
Dit boek volgt Sam een aantal maanden terwijl de waanzin hem steeds meer in zijn greep heeft.
Mijn oordeel:
Dit is weer zo'n boek dat ik op basis van de titel en hoe het eruitzag uit de bib heb meegenomen. Nooit van gehoord voordien. En blij verrast geworden. Er is maar een verteller in dit boek, Andrew zelf. En die vertelt ons dan ook alles: van zijn korte antwoorden op inzendingen voor het tijdschrift over brieven aan zijn ex-vrouw tot lijstjes voor de supermarkt.
Doordat hij de enige verteller is, weet je natuurlijk nooit wat je kan en mag geloven, want een ding is duidelijk: Andrew Whittaker is een pathologische leugenaar. Maar zijn cynisme is lekker hard en zijn vindingrijkheid bij het afweren van schuldeisers zeer prettig om lezen. Vooral zijn zogenaamde lezersbrieven aan een ander kunst- en literatuurtijdschrift zijn best hilarisch, vooral de creatieve manier waarop hij pseudoniemen verzint.
Stilaan merk je als lezer ook op dat Andrew een zielige, eenzame figuur is. Een sporadische vriend antwoordt nog wel eens op een brief (althans, dat denken we), maar hij heeft in zijn leven de mensen zo tegen zich kunnen opzetten dat hij nu gemeden wordt. Ondanks dat het een archetypisch onuitstaanbare figuur is, krijg je haast medelijden met de man.
Eindoordeel:
Leuk, zeker geen klassieker, maar een paar keer goed kunnen lachen. En toch ook nog een beetje ontroerend. Toch een kleine aanrader, dus.
***1/2