14 november 2012

Engelen vallen langzaam - Karl Ove Knausgaard

In 't kort: 
1562, Ardo, Zuid-Italië. Antinous Bellori, een 11-jarige jongen, raakt verdwaald in het bos en ziet in de verte twee gloeiende wezens, eentje met een speer, de andere met een fakkel. Het blijken twee engelen te zijn.

Deze ontmoeting is bepalend in zijn verdere levenswandel: hij gaat studeren, en maakt van de zoektocht naar de engelen zijn levenswerk.
Hij schrijft een monumentaal werk over de geschiedenis van de engelen, vanaf de Zondeval in de Paradijstuin van Eden tot en met de 16de eeuw. We kijken mee over de schouder van Adam en Eva, van Kain en Abel en van Noah, die van de engelen opdracht krijgt om de Ark te bouwen. Ook de profeet Ezekiël passeert de revue, net als -uiteraard- Jezus. Waarna een onthutsende conclusie volgt. Ik wil er niet te veel van weggeven, maar je kijkt nooit meer zoals voorheen naar bepaalde vogels...

Mijn oordeel:
Monumentaal boek, in de Engelse versie 499 bladzijden, waarin Knausgaard zijn volledige gamma aan stijlen opentrekt, en zijn fantasie de vrije loop laat. Het verhaal van Noah verplaatst hij naar de fjorden van Noorwegen, waarbij vooral Noah's zus de hoofdrol speelt. We krijgen ook meer inzicht in de psyche van Kain en het waarom van de broedermoord. Of althans, wat het waarom zou kunnen zijn.
Allemaal heel erg knap geschreven, als lezer word je in elk verhaal meegezogen, en het klinkt allemaal zeer aannemelijk.

Soms is het even doorbijten bij de (kortere) theoretische intermezzo's, maar nergens wordt het vervelend, je moet je echt niet naar het einde slepen. En zoals daarnet gezegd, het einde is verrassend, zelfs fascinerend.

Eindoordeel:
Knap, echt een aanrader. ****1/2

Geen opmerkingen: