28 september 2009

Fallen - David Maine

In't kort:
In 'Fallen' lezen we het verhaal van Adam en Eva en Kaïn en Abel, maar dan in omgekeerde chronologische volgorde. We beginnen bij hoofdstuk 40, de laatste dagen van Kaïn. Elke 10 hoofdstukken (en dus elke 10 stappen terug in de tijd) veranderen we van verteller: eerst Kaïn, dan Abel, vervolgens Adam en ten slotte Eva. Het laatste hoofdstuk is dan net na de zondeval: Adam en Eva zijn uit het Paradijs verstoten.

Mijn oordeel:
Ik ben verre van een bijbelkenner, maar iedereen kent natuurlijk het verhaal van Adam en Eva en hun zondeval en dat van de eerste moord, die van Kaïn op Abel.

In dit boek wordt vooral gekeken naar een psychologische verklaring van Kaïns daad: hoe kan het dat Kaïn Abel heeft vermoord? Echt verrassende inzichten komen daar mijns inziens niet uit, maar dat neemt niet weg dat het een toch originele inslag is.

Het omkeren van de chronologie is eigenlijk best leuk: je kijkt uit naar iets dat geweest is. Het komt ook niet geforceerd over. We beginnen bij de afloop en komen stukje bij beetje uit bij de oorsprong van dit alles. Ook het wisselen van de vertellers is leuk, omdat je dan toch wat variatie krijgt. Al blijf je heel erg de hand van de auteur zien: heel erg verschillen ze nou ook weer niet.

Ik vond het geen meesterwerk, daarvoor is het me net allemaal wat té introspectief: er gebeurt te weinig en er is te weinig echte diepgang. De bevindingen zijn misschien wat te klassiek: het oedipuscomplex is nooit veraf, bijvoorbeeld, en Kaïn is overduidelijk een product van zijn ouders, dus de voorbestemdheid loert ook om de hoek. Maar het is zeker geen slecht boek: leuke invalshoek en het wisselen van de verteller houdt het verhaal aan de gang. Het is ook best boeiend om te zien hoe Adam en Eva plots alles moeten leren, al zijn ook daar geen verrassingen te bespeuren.

En oh ja: god is een smeerlap :-). Alle ellende begint bij hem en bij de halsstarrigheid van velen om hem desondanks te blijven eren. En dat allemaal voor iemand die niet bestaat.

Eindoordeel:
***

23 september 2009

Reus - Annelies Verbeke

In't kort:
Hannah werkt als journaliste voor een schandaalkrant waarin ze de succesvolle rubriek Hannah's freaks leidt.
Kim is haar zus die in hetzelfde jaar, maar 11 maanden later is geboren. Beiden zijn ze prille dertigers op zoek naar betekenis. Deze zoektocht leidt hen naar Australië, waar ze hopen hun moeder, die hen in de steek had gelaten, terug te vinden.

Mijn oordeel:
Dit is een boek waar je niet meteen een etiket op kan kleven. Het is bijna even moeilijk om er een mening over te geven. Is het een hallucinatie van Hannah? Zijn de andere personages verzonnen? Is Hannah manisch-depressief en kijken we in haar hoofd?
In ieder geval zijn Hannah en Kim geen normale zusjes. Hun band is zo onbreekbaar dat ze er al de rest voor opgeven. Ze laten probleemloos hun trouwe, maar blijkbaar voorspelbare en saaie vriend / man vallen omwille van hun band.

Maar Verbeke heeft een zeer boeiende schrijfstijl, waardoor je steeds wel leuk aan het lezen bent. Het is een aangename leeservaring door de wat, ja, hypnotiserende stijl. Geen moeilijke, literaire kunstgrepen, maar duidelijke, mooie zinnen zonder veel poespas. Dat, meer dan de inhoud, maakt dit boek prettig om te lezen. Want waar het om gaat, ach, dat is een soort 'regressum ad uterum', zoals dat intelligent heet, van Hannah. Het eindigt, weinig verbazingwekkend in dat opzicht, met een geboorte. De wedergeboorte van Hannah, vermoed ik. Dat Hannah in dit boek als zeer egoïstisch overkomt, is daarbij iets wat we als lezer aanvaarden.

Al schrijvende hier, denk ik het thema dus toch ontwaard te hebben: Hannah, als prille dertiger, stelt zich dezelfde vragen als veel dertigers: wat doen we hier, is dit het, wat wil ik eigenlijk, wie is die loser die in mijn bed ligt eigenlijk? :-) Vragen die iedereen zich wel eens stelt (behalve de laatste dan, hoop ik).

Uiteindelijk wordt ze opnieuw geboren, na een lange interne queeste op zoek naar haar eigen betekenis.

Eindoordeel:
***

PS: ik hoop niet dat Inez dezelfde acties gaat ondernemen als Hannah...

21 september 2009

Of Mice and Men - John Steinbeck

In't kort:
George en Lennie zijn twee seizoensarbeiders die samen op pad zijn op zoek naar werk. George is een clevere kleine man, terwijl Lennie een mentale achterstand heeft. Lennie kent ook zijn eigen kracht niet, noch kan hij de gevolgen van zijn daden inschatten.

Ze komen terecht op een boerderij waar ze hun laatste dollars willen verdienen om dan een eigen klein boerderijtje te kopen waar ze van de opbrengst van hun eigen land kunnen leven.

Mijn oordeel:
Mooi (kort) boekje over het oude Amerika waar de conservatieve rolverdeling nog standhoudt. Lennie heeft het moeilijk als zwakbegaafde en zou zonder de hulp van George allang verkommerd zijn. Verder is er ook een zwarte hulp op de boerderij die door iedereen gemeden wordt en de jonge, verleidelijke vrouw van de zoon van de eigenaar van de boerderij.

Uiteindelijk gaat dit boek over de onoverkomelijkheid van het lot in die tijd: ieder heeft zijn voorbestemde rol te spelen. Wie dit doorheeft en ernaar probeert te leven, heeft het meeste kans op overleving. Het boek biedt daarom geen echte verrassingen, maar de personages en de mooie volzinnen maakten dit tot een zeer aangename, ontroerende leeservaring. Had best wat langer mogen zijn.

Eindoordeel:
****

Zwarte tranen - Tom Lanoye

In't kort:
Dit is het tweede deel van de zogenoemde monstertrilogie, over de invloedrijke familie Deschryver, die zowel in de industruie (tapijten) als in de politiek hoge machtsfuncties bekleden / bekleedden.

In deel 1 "Het Goddelijke Montser" zagen we hoe de familie barstjes begon te vertonen na het jachtongeluk waarbij Katrien Deschryver haar man doodschoot. Dit boek begint met de ontsnapping van Katrien uit de gevangenis. We volgen de familieleden opnieuw die ons via hun gedachten meenemen door de recentere geschiedenis in Vlaanderen en België (Dutroux-affaire, Bende van Nijvel e.d.)

Mijn oordeel:
Ik vond er niet veel aan. Je kan wel zeggen dat Lanoyes typering van Vlaanderen en de Vlaamse geest raak is (en dat is ook zo) maar dat is geen verdienste. In Vlaanderen zijn we inmiddels zo ingekakt dat het een wonder is dat er mensen zijn die het nog niet doorhebben. En ja, jammer genoeg zijn dat er toch nog velen. De zogenaamd sterke familieband, ons misplaatste underdoggevoel of de al even misplaatste en onnodig overdreven reactie ertegen die een Leo Deschryver in dit boek ertegenover plaatst, het is allemaal oh zo bekend. Ik ben het dan ook eens met een groot deel van de satirische typering ervan. Alleen: er komt geen boeiende roman uit voort.

De personages zijn een voor een onsympathiek, ik heb totaal geen voeling met hun motieven. In een kortere satire is dat te harden, maar in de 517 pagina's van de Zwarte tranen slaagt de verveling en de ergernis toe: ergernis omdat er geen verhaal bij zit. Het is een lange aanklacht tegen dit ingekakte Vlaanderen. En ja, ik wil dit ook aanklagen, maar alsjeblieft geef me ook een verhaal. Het ligt er ook allemaal te dik op. En de stijl van de bijna monologue intérieure die door heel het boek consequent wordt aangehouden houdt niet de hele tijd stand. Er is nood aan een tegengewicht.

Nu, ik wist waar ik aan begon, want ik had ook al bij Het Goddelijke Monster hetzelfde gevoel. Het is vrij makkelijke en te eenzijdige effectenjagerij. De personages zijn te bordkartonnen karikaturen. Ik begrijp en deel Lanoyes ergernis en misschien erger ik me des te meer omdat ik me erger aan wat hij beschrijft. Maar een pamflet hoort niet te lang te zijn. Spui je gal en drink dan een pint om de verzuring weg te spoelen.

Het derde deel ga ik skippen.

Eindoordeel:
**

14 september 2009

Lichtenberg - Paul Verhaeghen

In't kort:
Tom Pepermans trekt naar Meerhof (NL) om daar assistent in de wijsbegeerte te worden.
Hij wordt betrokken in het Pc-project, een project waarbij men een computer zo menselijk mogelijk probeert te maken. Tom wordt daarbij de gesprekspartner van Pc.
Uiteindelijk pleegt Tom zelfmoord.

Mijn oordeel:
Het lijkt misschien vreemd dat ik hier vertel dat hij zelfmoord pleegt en op die manier andere mensen het einde verklap.

Het boek begint echter met de zelfmoord en de auteur drukt ons tijdens het daaropvolgende flasback-verhaal ook regelmatig op dit feit: "Vergeet niet, Tom gaat wel dood, hè!" We volgen Tom, na zijn zelfmoord, op de weg naar die zelfmoord.

Het eerste deel van deze roman is daarbij nog vrij normaal. Zijn baas (en ook huisbaas) Hadrianus is één van de vreemde personages die daarin opduiken en die een belangrijke rol zullen spellen in de weg naar de fatale daad. Door het vertellen van verhalen over vroeger aan Hadrianus en diens vriendin Judith, zien we ook dat Tom Leuven ontvlucht is om zijn breuk met Poes, zijn toenmalige vriendin en drumster in hun eigen band, te verwerken. Het is tijdens deze verhalen dat we voor het eerst beginnen te merken dat de auteur graag speelt met de vertelperspectieven en ons als lezer dus regelmatig wel eens op het verkeerde been zet. Nog wat verder, ongeveer halverwege, wordt dan duidelijk dat we in een onversneden postmoderne roman beland zijn. De structuur, de verhaallijn, de setting, alles kan doorbroken worden. Een sex-scène mondt uit in een filosofisch gesprek, de werkelijkheid wordt een filmset enzovoort.

Dat kan best leuk zijn, maar ik heb de indruk dat het in deze roman ontspoort vanaf ongeveer de helft. Dat heeft vast allemaal te maken met allerlei filosofische en andere intertekstuele invloeden op deze roman. Dat is vast indrukwekkend, maar het ondergraaft deze roman in die mate dat het einde me ook totaal niet meer boeide. Van een beetje slapstick-achtige psychologische roman / academische satire met wat eigenaardige personages wordt het steeds meer een bijna perverse vertelling over o.a. macht, ondersteund door wat gratuite sex-scènes en perverse bacchanalen. Het wordt een chaotische hallucinatie. 10 - 15 jaar geleden vond ik dit waarschijnlijk 'de max', nu heeft het iets potsierlijks en geforceerd intellectualistisch. Misschien word ik gewoon een ouwe, traditionalistische zeur die graag wat verhaal heeft.

Eindoordeel:
Begint goed, eindigt slap. Voer voor 'gniffel-intellectuelen'.
**1/2

11 september 2009

What the best college teachers do - Ken Bain

Genre: non-fictie

In 't kort: Wat doen de beste docenten in het Hoger Onderwijs om ervoor te zorgen dat studenten de noodzakelijke academische competenties bereiken? Hoe richten zij hun onderwijs in? Wat is hun attitude ten opzichte van studenten? Dit en veel meer zijn de vragen die in dit boek centraal staan en beantwoord worden. Bain is zelf lang docent geweest en heeft zich jarenlang beziggehouden met dit onderzoek. Door te vertrekken vanuit studentenevaluaties en verder te focussen op de inhoud van examens, lesmateriaal, gesprekken aan te gaan met studenten en docenten, heeft hij een 70-tal docenten kunnen identificeren die een ontzettend hoog rendement bij hun studenten halen. Deze studenten waren lang na hun opleiding nog zeer onder de indruk van de docent en zijn/haar manier van lesgeven. Bain vertelt wat deze docenten doen om hun onderwijs zo excellent te maken.

Mijn mening: Ik lees veel vakliteratuur rondom het doceren in het Hoger Onderwijs. Maar die vertrekt vaak vanuit de theorie. Dit is een van de weinige boeken die doceren vanuit de praktijk bekijkt. Dit onderzoek geeft mij een ontzettend goed beeld mét onderbouwing wat wel en wat juist niet werkt. Het onderzoek zit methodologisch goed in elkaar en de uitkomsten worden als antwoorden op dé cruciale vragen weergegeven, bijv: Hoe gaan de beste docenten met examens om? Hoe met studenten? Het leest bovendien erg vlot en de informatie blijft heel goed hangen. Dit komt met name door de leuke good-practices die worden aangehaald, maar ook doordat veel noodzakelijke eigenschappen, attitudes en concepties van docenten steeds weer terugkomen. Ik zou dit boek aan alle docenten in het Hoger Onderwijs willen aanraden. Ook omdat het laat zien dat lesgeven gewoon heel erg leuk en motiverend en uitdagend is. De beste docenten zien die uitdaging en genieten ervan, hun studenten daardoor ook. Bovendien toont het aan dat iedere docent bij de besten kan horen.

Eindoordeel:
****

8 september 2009

The Gun Seller - Hugh Laurie

In't kort:
Thomas Lang is een ex-militair die nu de kost verdient als zelfstandige bodyguard en security man. Als hij wordt aangezocht om iemand te vermoorden, besluit hij het doelwit te verwittigen in plaats van hem te vermoorden. Tegen zijn wil in belandt Thomas in de smerige wereld van de internationale wapenhandel en het terrorisme.

Mijn oordeel:
Hugh Laurie is voor mij vooral George uit Blackadder III en IV, maar is ook daarnaast vooral bekend als een hilarische komiek. Nog veel bekender is hij nu als Amerikaanse dokter in House MD.

Het grappige aan dit boek is sowieso dat ik het lees met hem als hoofdpersonage. Thomas Lang praat als George. Dat alleen al maakt dit boek grappig (ik weet het, een zeer smalle basis voor een oordeel, maar het is wel zo). Ook de soms cynische maar even vaak ook absurde humor (genre Douglas Adams) maakt zeker het eerste deel van dit boek tot zeer prettig, soms zelfs hilarisch leesvoer. De dialogen zijn zeer geestig.

Aan de andere kant is het echter evenzeer een crime novel die zich situeert in de miljardenindustrie van de oorlogswapens en alle corruptie en smerigheid die dat met zich meebrengt, evenals de onvermijdelijke link met terrorisme. Geleidelijk aan wordt het boek dan ook grimmiger en redt Thomas zich nog wel enigszins met de humor, maar je voelt aan dat het ook bij hem wranger wordt, een manier om te overleven. Hilarisch, no more. Je ziet, door de humor, hoe Thomas evolueert.

Hugh Lauries stijl is ook vrij filmisch, je ziet het verhaal zich afspelen. Dit boek leest daardoor als een trein. Het blijft (misschien net wat te) netjes binnen de lijnen van het genre (een loner die tegen het onrecht in de wereld vecht, de femme fatale, ze zijn er allemaal), maar dan met de bonus dat het George is.

Eindoordeel:
"Well tally ho! With a bing and a bong and a buzz buzz buzz!"
***1/2

2 september 2009

The Wind-Up Bird Chronicle - Haruki Murakami

In short: Bad things come in threes for Toru Okada. He loses his job, his cat disappears, and then his wife fails to return from work. A chain of events follow that prove that his seemingly mundane boring life is much more complicated than it appears.

My judgment: I never read the blurb on the back cover of a book before I start or even finish it - not even the lauding expert or press review fragments. The praise on the back of my copy of the Wind-Up Bird Chronicle is dazzling and I see where it comes from. But my feeling about Murakami's chunky novel is a bit mixed. Calling a book 'impressionistic' can be a eufemism for 'vague' or 'arbitrary', even 'random'. The events in this story are often (seemingly) missing what an average reader like me automatically but not necessarily consciously looks for, almost as a reflex: meaning, motive. This is sometimes resolved much later in the book, but mostly it isn't (don't come tell me they represent other layers of meaning, I am a shallow person blind to any kind of mystique). As a chronicle, it basically recounts a curvy, branched off line of events - either bizarrely intertwined or discomfortingly alienated from other content. Events that don't really seem to lead to a conclusion or a resolution, even though that same reader's reflex wants them to. Luckily, Murakami's style is utterly serene and subtly uplifting, making it the most important driver behind the story. He writes with an incredible lightness about an unbearable emptiness of being, and that makes for an uncanny, sometimes laborious yet enjoyable reading experience.

p.s.: pretty annoying detail I discovered just now.

Vloeibaar Harnas - Peter Verhelst

In't kort:
De hoofdfiguur verhuist, samen met zijn vriendin W, naar een huis dat, zo blijkt geleidelijk aan, bewoond wordt door een aantal vreemde figuren. Luka is bijvoorbeeld een jongensachtige jonge vrouw die brieven schrijft met haar eigen bloed en daarnaast hebben we figuren als De Dokter en Madame die ook op de dunne lijn tussen realiteit en waanzin balanceren. Het hoofdpersonage krijgt de opdracht het huis te verbouwen en hij besluit dit te doen onder het thema Sint Sebastiaan (een thema dat in heel het boek zit).

Mijn oordeel:
Peter Verhelst is eigenlijk een dichter en dat merk je sterk in dit boek. Delen van dit boek zijn eerder poetische ovepeinzingen dan prozaische beschrijvingen.

Dit boek was toch niet echt mijn ding. Ik had het in no time uit en, toegegeven, had nergens de drang om het weg te gooien, maar het greep me niet. Ik heb de (misschien foutieve) indruk dat Verhelst ook een aantal intellectuele standpunten probeert over te dragen met dit boek (over architectuur, over kunst, over Sint Sebastiaan) en dat boeide me niet. Het zat ook in de weg van een verhaal. Een verhaal dat uiteindelijk even plots stopt als het begon. Je hebt als lezer de indruk dat het nog niet gedaan was. Dit kan natuurlijk de bedoeling geweest zijn, maar mij ontging de boodschap toch enigszins.

De vele intertekstuele verwijzingen naar o.a. muziek (Nick Cave, REM, Nirvana passeren de revue) maken ook dat het boek gedateerd overkomt.

Eindoordeel:
Aardig maar niet mijn ding.
**

PS: Voor de petite histoire: ondergetekende en Bossanova76 stonden ooit (1995 of '96?) nog "Werpsels" te behangplakken tegen een houten schutting terwijl Peter Verhelst teksten debiteerde ihkv "Het Groot Beschrijf". Dichter dan dat zijn we nooit bij literaire roem geraakt ;-). Noem het ons "grote literaire moment"...
Voornoemde werpsels zijn, samen met vermoedelijk de schutting, tenonder gegaan...