In't kort:
Tonny Ickenroth, Darryl Flesje en Betsie Deckers, alledrie slachtoffer van dwangneuroses, starten samen een praatgroepje, tot hilariteit van de Thaise huishoudhulp van Betsie, Boonchan. Wanneer Tonny zijn blinde zoon Timo meeneemt naar een van de sessies, werpt deze laatste zich op als de nieuwe messias. Hun eerste missie wordt het redden van Joseph, de zoon van Darryl, die als loverboy op het slechte pad is geraakt.
Mijn oordeel:
Smet mist diepgang. Het is onduidelijk wat nou de bedoeling is: is het een satirische parodie op de algehele moderne neuroses die hier in een aantal personages wordt gekristalliseerd? Is het slapstick waarbij met een aantal neuroses wordt gelachen? Tonny is ook een Gilles de la Tourette patient. Altijd voer voor wat goedkope humorstootjes. Iemand die om de zoveel tijd wat smerigs roept, nou, da's lachen? Nu heb ik wel de indruk dat Henk van Straten het goed bedoelt, in de lijn van programma's als "Je zal het maar hebben", maar het neigt toch allemaal wat teveel naar het stereotiepe.
Er wordt ook te veel op het humoristische gespeeld om de diepere laag goed naar voren te komen: het wil ons een spiegel voorhouden, het wil ons wijzen op onze bizarre verhouding met hedendaagse maatschappelijke problemen als milieu, criminaliteit en hoe dit leidt tot apocalyptische visioenen.
Boonchan en haar cynische opmerkingen moeten (te) duidelijk voor de komische noot zorgen en ervoor zorgen dat de lezer niet gaat denken dat het allemaal ernstig is. Zij is de stem van de rede: wat een onzin allemaal, die apocalyptische visie van deze mensen. De meerlagigheid van de personages wordt wel betracht maar gaat verloren tegen de te sterke nadruk op hun tics. Ik voelde me bij geen enkel personage betrokken. Het geheel was te gestructureerd, te bedacht om geloofwaardig te zijn.
Soit, het is een roman met, denk ik, goede bedoelingen, maar die er niet in slaagt om die bedoelingen bevredigend uit te werken.
Jammer, want vorig jaar was het debuut van deze schrijver (Ik Ben de Regen) een van de positieve verrassingen voor mij en ik verwachtte hier meer van.
Eindoordeel:
**
PS: De titel van "Ik Ben de Regen" is trouwens voor de pocket-uitgave veranderd naar "Kleine Stinkerd" omdat de eerste titel te literair zou zijn (heb ik begrepen). Ik vond het wel een goede titel en heb het boek op basis daarvan meegenomen.
Deze blog gaat over boeken. Meer nog, het gaat over boekenwijzen die andere boekenwijzen naar boeken wijzen.
28 april 2010
22 april 2010
Ultramarijn - Henk van Woerden
In't kort:
Door een grote familieschande en ook door etnische onrust in Turkije worden Joakim en zijn half-zus Aysel van elkaar gescheiden. Aysel trekt met haar vader naar Duitsland, terwijl Joakim verweesd met zijn moeder achterblijft in Turkije.
Zullen hun paden ooit weer kruisen?
Mijn oordeel:
Dit boek was een beproeving, Waar het veelbelovend begint als een soort familiegeschiedenis alla Middlesex, verzuipt het steeds meer in metaforen en zintuiglijkheden die Henk Van Woerden op de voorgrond wilt plaatsen. Het verhaal wordt secundair. Door de overduidelijke aanwezigheid van de schrijver, kwam bovendien geen enkel personage als authentiek over.
Nu, ik heb geen moeite met een goeie metafoor op z'n tijd, maar je kan ook overdrijven. Letterlijk continu worden we met de neus gewreven op dat dit vooral een zintuigelijke ervaring moet zijn, hè! De kleur van een zaal is niet gewoon rood, nee, ze is "rood in C-groot". Een huis is geen gewoon huis, nee het huis "heeft eierstokken" (!!!!!).
Daarnaast is het een nogal cliché-matig gedweep van een duidelijke westerling met een andere, oude cultuur. Hij vindt dat in dit soort traditionele culturen mensen veel echter zijn, dat hun gevoelens en hun manier van leven veel waarachtiger zijn. Nederland is nuchter, droog, saai, doods; Turkije (het land wordt niet vernoemd maar het is duidelijk dat het Turkije is) leeft. Nu, uiteraard wordt dat Turkije dan kapotgemaakt door de westerse drang om er een vakantiepark van te maken.
Akkoord, dat is voor een deel waar. Onze drang om overal onze eigen cultuur tegen te komen zorgt voor lelijke toersitenkolonies en de vooruitgang is vaak voor die landen eerder een achteruitgang, maar dit soort eenzijdige visie erop stoort mij. Het is heel duidelijk een westerse visie die hier als een waarachtige visie wordt verkocht. Dat is steeds de ironie.
Waar ik ook best moeite mee had, is dat ik me niet kon vereenzelvigen met de personages. Ze lijden allemaal onder liefdesperikelen. Het is echter heel moeilijk om daar echt medelevend in te zijn als de ondertoon incestueus is. Och gut, wat jammer dat die relatie met z'n dochter zo problematisch is?? En wat goed dat Ozlem tegen haar vader / minnaar verzwijgt dat hij haar vader is...?
De verteller is ook te duidelijk een man. Dat maakt het natuurlijk ook wat makkelijker om een oude cultuur waar de mannen de plak zwaaien te verheerlijken.
Ach ja, ik las het vast verkeerd, Henk van Woerden won hiermee namelijk postuum de Gouden Uil in 2006 en de kritieken zijn lovend. Ik snap die oude, waarachtige cultuur gewoon niet, denk ik, verdomde westerling die ik ben...
Eindoordeel:
Begon goed, maar ik ergerde me steeds meer, aan inhoud én vorm *1/2
Door een grote familieschande en ook door etnische onrust in Turkije worden Joakim en zijn half-zus Aysel van elkaar gescheiden. Aysel trekt met haar vader naar Duitsland, terwijl Joakim verweesd met zijn moeder achterblijft in Turkije.
Zullen hun paden ooit weer kruisen?
Mijn oordeel:
Dit boek was een beproeving, Waar het veelbelovend begint als een soort familiegeschiedenis alla Middlesex, verzuipt het steeds meer in metaforen en zintuiglijkheden die Henk Van Woerden op de voorgrond wilt plaatsen. Het verhaal wordt secundair. Door de overduidelijke aanwezigheid van de schrijver, kwam bovendien geen enkel personage als authentiek over.
Nu, ik heb geen moeite met een goeie metafoor op z'n tijd, maar je kan ook overdrijven. Letterlijk continu worden we met de neus gewreven op dat dit vooral een zintuigelijke ervaring moet zijn, hè! De kleur van een zaal is niet gewoon rood, nee, ze is "rood in C-groot". Een huis is geen gewoon huis, nee het huis "heeft eierstokken" (!!!!!).
Daarnaast is het een nogal cliché-matig gedweep van een duidelijke westerling met een andere, oude cultuur. Hij vindt dat in dit soort traditionele culturen mensen veel echter zijn, dat hun gevoelens en hun manier van leven veel waarachtiger zijn. Nederland is nuchter, droog, saai, doods; Turkije (het land wordt niet vernoemd maar het is duidelijk dat het Turkije is) leeft. Nu, uiteraard wordt dat Turkije dan kapotgemaakt door de westerse drang om er een vakantiepark van te maken.
Akkoord, dat is voor een deel waar. Onze drang om overal onze eigen cultuur tegen te komen zorgt voor lelijke toersitenkolonies en de vooruitgang is vaak voor die landen eerder een achteruitgang, maar dit soort eenzijdige visie erop stoort mij. Het is heel duidelijk een westerse visie die hier als een waarachtige visie wordt verkocht. Dat is steeds de ironie.
Waar ik ook best moeite mee had, is dat ik me niet kon vereenzelvigen met de personages. Ze lijden allemaal onder liefdesperikelen. Het is echter heel moeilijk om daar echt medelevend in te zijn als de ondertoon incestueus is. Och gut, wat jammer dat die relatie met z'n dochter zo problematisch is?? En wat goed dat Ozlem tegen haar vader / minnaar verzwijgt dat hij haar vader is...?
De verteller is ook te duidelijk een man. Dat maakt het natuurlijk ook wat makkelijker om een oude cultuur waar de mannen de plak zwaaien te verheerlijken.
Ach ja, ik las het vast verkeerd, Henk van Woerden won hiermee namelijk postuum de Gouden Uil in 2006 en de kritieken zijn lovend. Ik snap die oude, waarachtige cultuur gewoon niet, denk ik, verdomde westerling die ik ben...
Eindoordeel:
Begon goed, maar ik ergerde me steeds meer, aan inhoud én vorm *1/2
16 april 2010
Mijn Jaar van het Vlees - Ruth L Ozeki
In't kort:
"Mijn jaar van het vlees" is de terugblik van Jane Takagi-Kleine, een Japans-Amerikaanse, op een turbulent jaar. Ze is een documentairemaakster die gevraagd wordt om een door de rundvleesindustrie (BEEF-EX) gesponsorde documentairereeks voor de Japanse markt te maken. In deze documentaire zullen Japanse huisvrouwen kennismaken met trouwe, Amerikaanse echtegenotes die liefdevol voor hun hardwerkende mannen een stukske vlees klaarmaken.
Althans, dat is de bedoeling van het Japanse reclamebureau. Het loopt uiteindelijk allemaal enigszins anders. Het jaar van het vlees wordt een turbulent jaar voor alle betrokkenen en Jane voelt zich hoe langer hoe meer verplicht om een en ander te saboteren.
Mijn oordeel:
Hoewel het een roman is, biedt dit boek toch weer een ontstellende blik op de door hormonen en andere medicijnen besmette vleesindustrie, in eerste instantie in de USA, maar uitbreidbaar naar de hele wereld. Meat is king. Dit maakt dit boek een satire met best wrange kantjes eraan. En dat mag.
Naast de flagrante misbruiken in de vleesindustrie draait dit boek ook voornamelijk om sterke vrouwen die proberen los te komen uit het juk van de nog steeds door mannen geregeerde wereld. Hier wordt vooral de Japanse conservatieve kijk op vrouwenrechten aangekaart, via de blik van de vreselijke Joichito 'John' Ueno die duidelijk vindt dat vrouwen moeten zorgen voor het huishouden en de nakomelingen. Of voor vertier voor de overheersende man in stripclubs.
Het geëngageerde van deze roman zit zeker niet een goede leeservaring in de weg, integendeel, het zorgt voor een extra push om geïntrigeerd verder te lezen. De sterke vrouwen zijn ook geen karikaturen geworden, je ziet dat het gemeend is. Briljant vond ik het misschien niet, maar ik merkte wel dat ik graag verder wilde lezen. Vooral ook omdat het in zijn geheel een mooi pleidooi is tegen allerlei vooroordelen. Dat kan ik alleen maar toejuichen.
Eindoordeel:
***1/2
Noot: De Nederlandse vertaling van deze Engelstalige roman is prima. Is ook het vermelden waard.
"Mijn jaar van het vlees" is de terugblik van Jane Takagi-Kleine, een Japans-Amerikaanse, op een turbulent jaar. Ze is een documentairemaakster die gevraagd wordt om een door de rundvleesindustrie (BEEF-EX) gesponsorde documentairereeks voor de Japanse markt te maken. In deze documentaire zullen Japanse huisvrouwen kennismaken met trouwe, Amerikaanse echtegenotes die liefdevol voor hun hardwerkende mannen een stukske vlees klaarmaken.
Althans, dat is de bedoeling van het Japanse reclamebureau. Het loopt uiteindelijk allemaal enigszins anders. Het jaar van het vlees wordt een turbulent jaar voor alle betrokkenen en Jane voelt zich hoe langer hoe meer verplicht om een en ander te saboteren.
Mijn oordeel:
Hoewel het een roman is, biedt dit boek toch weer een ontstellende blik op de door hormonen en andere medicijnen besmette vleesindustrie, in eerste instantie in de USA, maar uitbreidbaar naar de hele wereld. Meat is king. Dit maakt dit boek een satire met best wrange kantjes eraan. En dat mag.
Naast de flagrante misbruiken in de vleesindustrie draait dit boek ook voornamelijk om sterke vrouwen die proberen los te komen uit het juk van de nog steeds door mannen geregeerde wereld. Hier wordt vooral de Japanse conservatieve kijk op vrouwenrechten aangekaart, via de blik van de vreselijke Joichito 'John' Ueno die duidelijk vindt dat vrouwen moeten zorgen voor het huishouden en de nakomelingen. Of voor vertier voor de overheersende man in stripclubs.
Het geëngageerde van deze roman zit zeker niet een goede leeservaring in de weg, integendeel, het zorgt voor een extra push om geïntrigeerd verder te lezen. De sterke vrouwen zijn ook geen karikaturen geworden, je ziet dat het gemeend is. Briljant vond ik het misschien niet, maar ik merkte wel dat ik graag verder wilde lezen. Vooral ook omdat het in zijn geheel een mooi pleidooi is tegen allerlei vooroordelen. Dat kan ik alleen maar toejuichen.
Eindoordeel:
***1/2
Noot: De Nederlandse vertaling van deze Engelstalige roman is prima. Is ook het vermelden waard.
12 april 2010
Passie - Mart Smeets
In't kort:
Mart Smeets kijkt terug op 40 jaar sportjournalistiek aan de hand van verschillende schrijfsels die hij in die 40 jaar voor uiteenlopende publicaties heeft geschreven.
Mijn oordeel:
Ik heb me geërgerd. Hoe verder ik vorderde in het boek, hoe meer ik me ging ergeren. Waar de oudere artikels nog blijk geven van een geïnteresseerd sportjournalist, zien we hoe langer hoe meer Mart Smeets' typische stijl opduiken: "Kijk eens hoe diepgaand ik met de mens achter de sporter omga." Nu, die stijl van hem heeft veel succes. Ik reken de werkelijk braakverwekkende commentaren van bijvoorbeeld een Michel Wuyts of een Karl Van Nieuwkerke tot volgelingen van Smeets. Daar kan hij niets aan doen natuurlijk.
Het grootste probleem met Mart Smeets is dat hij zichzelf duidelijk een hele grote meneer vindt, in tegenstelling tot iedereen die niet voldoet aan de Mart norm. En de Mart norm is heel simpel: je moet gewoon hetzelfde doen en zijn als Mart. Dat betekent, volgens mij, dat je zelfingenomen, ouderwets, sexistisch, betweterig en een beetje naar moet zijn. Volgens Mart zelf betekent dat vast dat je inteliigent, filosofisch, gedistingeerd en modern aristocratisch moet zijn.
Zijn sportstukjes zijn nog het minst ergerlijk en gelukkig heeft hij er geen Armstrong stukjes inzitten, maar de verhalen die de man geschreven heeft, overstijgen nergens de middelmaat, zijn dertien in een dozijn en vertonen een hoog masturbatoir gehalte. Zijn eigen terugblik op stukjes (korte commentaartjes achter elk stukje) gooien vaak olie op het vuur: "Ineens ging ik een verhaaltje schrijven vanuit het standpunt van een vrouw..." (juist, ja) of "Er is blijkbaar wat misgelopen bij het versturen naar de uitgever want dit stukje werd nooit gepubliceerd" (tja...) enzovoort.
Akkoord, ik ben met een vooroordeel aan dit boek begonnen maar ook met de gedachte dat ik hem nog een kans wilde geven. Helaas... Het ergste verhaal is dat waar hij, fictief uiteraard, vooruitblikt hoe hij in het voorportaal naar de Hemel, zijn grafrede moet samenstellen en waar hij wordt geinterviewd door en knappe stoot die hem, natuurlijk, waanzinnig aantrekkelijk vindt. Tenenkrullend.
Het is vast allemaal ironisch bedoeld...
Eindoordeel:
Het begint nog bij een **1/2 à *** maar glijdt gestaag af naar mijn eindoordeel *
Mart Smeets kijkt terug op 40 jaar sportjournalistiek aan de hand van verschillende schrijfsels die hij in die 40 jaar voor uiteenlopende publicaties heeft geschreven.
Mijn oordeel:
Ik heb me geërgerd. Hoe verder ik vorderde in het boek, hoe meer ik me ging ergeren. Waar de oudere artikels nog blijk geven van een geïnteresseerd sportjournalist, zien we hoe langer hoe meer Mart Smeets' typische stijl opduiken: "Kijk eens hoe diepgaand ik met de mens achter de sporter omga." Nu, die stijl van hem heeft veel succes. Ik reken de werkelijk braakverwekkende commentaren van bijvoorbeeld een Michel Wuyts of een Karl Van Nieuwkerke tot volgelingen van Smeets. Daar kan hij niets aan doen natuurlijk.
Het grootste probleem met Mart Smeets is dat hij zichzelf duidelijk een hele grote meneer vindt, in tegenstelling tot iedereen die niet voldoet aan de Mart norm. En de Mart norm is heel simpel: je moet gewoon hetzelfde doen en zijn als Mart. Dat betekent, volgens mij, dat je zelfingenomen, ouderwets, sexistisch, betweterig en een beetje naar moet zijn. Volgens Mart zelf betekent dat vast dat je inteliigent, filosofisch, gedistingeerd en modern aristocratisch moet zijn.
Zijn sportstukjes zijn nog het minst ergerlijk en gelukkig heeft hij er geen Armstrong stukjes inzitten, maar de verhalen die de man geschreven heeft, overstijgen nergens de middelmaat, zijn dertien in een dozijn en vertonen een hoog masturbatoir gehalte. Zijn eigen terugblik op stukjes (korte commentaartjes achter elk stukje) gooien vaak olie op het vuur: "Ineens ging ik een verhaaltje schrijven vanuit het standpunt van een vrouw..." (juist, ja) of "Er is blijkbaar wat misgelopen bij het versturen naar de uitgever want dit stukje werd nooit gepubliceerd" (tja...) enzovoort.
Akkoord, ik ben met een vooroordeel aan dit boek begonnen maar ook met de gedachte dat ik hem nog een kans wilde geven. Helaas... Het ergste verhaal is dat waar hij, fictief uiteraard, vooruitblikt hoe hij in het voorportaal naar de Hemel, zijn grafrede moet samenstellen en waar hij wordt geinterviewd door en knappe stoot die hem, natuurlijk, waanzinnig aantrekkelijk vindt. Tenenkrullend.
Het is vast allemaal ironisch bedoeld...
Eindoordeel:
Het begint nog bij een **1/2 à *** maar glijdt gestaag af naar mijn eindoordeel *
9 april 2010
The Turnaround - George Pelecanos
In't kort: Zomer 1972, Washington DC. Drie dronken blanke tieners rijden een zwarte wijk binnen om er wat amok te maken. Het loopt echter zwaar uit de hand en zes levens worden voorgoed veranderd. Vijfendertig jaar later lopen drie van hen elkaar 'toevallig' tegen het lijf, met alweer noodlottige gevolgen voor één van hen.
Mijn oordeel: Ik had al veel goeie dingen van Pelecanos gehoord en gelezen, en vond het hoog tijd om dat effe aan mijn smaak te toetsen.
En effectief, qua karaktertekening en het neerzetten van een milieu kan dit zeker tellen. Het boek leest als een trein, de personages worden heel sterk uitgewerkt, met heel veel oog voor detail. Het verhaal zelf is erg onderhoudend, met enkele leuke side-steps naar onder andere de oorlogen in Afghanistan en Irak.
Niks dan goeds dus. Alleen spijtig van het vrij voorspelbare einde. Als een niet echt ervaren thrillerlezer als ik na een goeie 120 pagina's al min of meer doorheeft hoe de vork aan de steel zit, dan zal dat voor doorwinterde thrillerliefhebbers zeker ook het geval zijn. Wat ontgoochelend. Maar dit zal toch niet mijn laatste Pelecanos zijn...
Eindoordeel: ***1/2
6 april 2010
Caesarion - Tommy Wieringa
In't kort:
Ludwig Unger, een barpianist, keert met de as van zijn moeder terug naar Engeland om haar daar te verstrooien op de plek waar ooit hun huis stond.
We leren, stukje bij beetje, het verhaal kennen van Ludwig en zijn moeder. Een verhaal dat sterk oedipaal gekleurd is. Een verhaal ook dat ons een groot deel van de wereld laat zien, van Jordanië over Nederland, via Los Angeles, Wenen en Praag weer terug naar Engeland.
Mijn oordeel:
Net als bij Joe Speedboot valt hier vooral op hoe goed Wieringa kan vertellen. Hij heeft een soort van rustgevende of zelfs geruststellende schrijfstijl waar je je meteen in thuis voelt. Ik heb ook dit boek graag gelezen.
Het verhaal zelf is ook ontroerend, maar wordt misschien door net teveel vreemde vogels bevolkt om helemaal te grijpen. Nu, de personages zijn in zekere zin vreemd, maar blijven, door Wieringa's stijl, wel geloofwaardig, met uitzondering van de vader misschien.
Grootste minpunt vind ik toch dat het af en toe wat te cultureel geleerd wilt zijn. Ik hoed me steeds voor te gratuite verwijzingen naar cultuur en andere 'denkers'. Dit boek heeft dat niet nodig om sterk te zijn.
Tommy Wieringa kan zeer aardig schrijven en gebruikt verschillende stijlbeelden om het centrale thema van dit boek te ondersteunen: aftakeling, op allerlei vlak, die nog versneld wordt door af en toe een flinke storm.
Eindoordeel:
****
Ludwig Unger, een barpianist, keert met de as van zijn moeder terug naar Engeland om haar daar te verstrooien op de plek waar ooit hun huis stond.
We leren, stukje bij beetje, het verhaal kennen van Ludwig en zijn moeder. Een verhaal dat sterk oedipaal gekleurd is. Een verhaal ook dat ons een groot deel van de wereld laat zien, van Jordanië over Nederland, via Los Angeles, Wenen en Praag weer terug naar Engeland.
Mijn oordeel:
Net als bij Joe Speedboot valt hier vooral op hoe goed Wieringa kan vertellen. Hij heeft een soort van rustgevende of zelfs geruststellende schrijfstijl waar je je meteen in thuis voelt. Ik heb ook dit boek graag gelezen.
Het verhaal zelf is ook ontroerend, maar wordt misschien door net teveel vreemde vogels bevolkt om helemaal te grijpen. Nu, de personages zijn in zekere zin vreemd, maar blijven, door Wieringa's stijl, wel geloofwaardig, met uitzondering van de vader misschien.
Grootste minpunt vind ik toch dat het af en toe wat te cultureel geleerd wilt zijn. Ik hoed me steeds voor te gratuite verwijzingen naar cultuur en andere 'denkers'. Dit boek heeft dat niet nodig om sterk te zijn.
Tommy Wieringa kan zeer aardig schrijven en gebruikt verschillende stijlbeelden om het centrale thema van dit boek te ondersteunen: aftakeling, op allerlei vlak, die nog versneld wordt door af en toe een flinke storm.
Eindoordeel:
****
Abonneren op:
Posts (Atom)