In't kort: een literatuurgeschiedenis van de Nederlandse taal, van bij het begin ('Hebban olla vogala...') tot de rederijkers van 1500.
Mijn oordeel: mijn interesse voor het Middelnederlands werd gewekt tijdens mijn hogere studies, door professor en rasverteller Jozef ('Jef' voor de vrienden) Janssens. Hij maakte collega-professor Frits Van Oostrom voor ons tot een cult-held, die wij blind aanbaden. Toen belandde dit boek in mijn boekenkast, al werd het eerst uiteraard van cover tot cover verslonden.
Het boek staat nog in mijn boekenkast, en ik vond het hoog tijd om te kijken wat er nog van die interesse over is gebleven, bijna 20 jaar (god, we worden oud) later.
Van die verering is niet zo veel meer over, maar de interesse is er zeker nog. En er gingen nog heel wat belletjes rinkelen.
Hoogenelst en Van Oostrom (wie welk hoofdstuk heeft geschreven is niet duidelijk) schetsen eerst de algemene context (wie zijn de bekendste auteurs en werken, hoe zijn de werken bewaard gebleven etc), en focussen dan achtereenvolgends op geestelijke literatuur, ridderepiek en burgerliteratuur.
De korte hoofdstukjes, duidelijk en bevattelijk geschreven, worden begeleid met informatieve terzijdes en echt prachtige illustraties. Het is dan ook niet enkel een goed boek, maar ook een mooi boek, uitstekend als inleiding tot de wondere wereld van de mediëvistiek.
Eindoordeel:****1/2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten