Fine ziet hoe dergelijke beweringen rond genderverschillen in de hersenen en het gedrag zelfs geponeerd worden door erkende en bekende (neuro-)wetenschappers en grote invloed hebben op de samenleving.
In dit boek haalt Fine dergelijke neuroseksistische beweringen stevig onderuit.Ze stelt pertinente vragen, zoals: hoe kan men allerlei gedragsverschillen tussen m/v verklaren d.m.v. aanwijsbare verschillen in de hersenen/hersenactiviteit, hormonen (prenataal testosteron)? Is de vertaling van neurologische/endocrinologische verschillen naar gedragsverschillen wel zomaar te maken (nature)? (Nee, zeggen vooraanstaande hersenonderzoekers). De conclusie is veelal dat deze verschillen cultureel bepaald zijn, dwz: we gedragen ons zoals we denken dat we ons moeten gedragen en zoals ons dat is aangeleerd. (nurture)
Mijn oordeel: Dit boek leest eigenlijk het best als direct vervolg op "Het idee M/V" van Asha ten Broeke. Ten Broeke's boek is iets lichter van opzet, Fine gaat wat dieper in op een aantal hardnekkige wetenschappelijke beweringen. Ondanks dat het vlot en met de nodige humor is geschreven, moest ik mijn aandacht er goed bijhouden wanneer Fine de hersenen induikt & de statistiek en onderzoeksmethodologie opzoekt. Maar juist daar zit de kracht van haar boek: haar bevlogenheid/vastberadenheid om het seksistisch geleuter de kop in te kunnen drukken doet haar goed diep graven naar oa de totstandkoming van gender-onderzoek. Wat haar betoog tevens kracht bijzet zijn de herhaalde (vaak hilarische!) verwijzingen naar citaten van decennia geleden, toen o.a. nog werd beweerd dat de kleinere schedelomvang van vrouwen reden was voor hun intellectuele ondergeschiktheid aan mannen.
Eindoordeel: ****