In het kort:
Geoffrey Braithwaite, een amateur Flaubert kenner, gaat in Rouen en omgeving op zoek naar de papegaai die Flaubert op z'n schrijftafel had staan en neemt ons daarbij mee op een literaire exegese van het genie Flaubert.
Mijn oordeel:
Te literair, te postmodern.
Het verhaal kon me op geen enkel moment boeien. Er is een tijd geweest dat dit soort postmoderne, literair genrevervagende werkjes mij boeiden. Ik merk dat ik toen een door literatuurstudie op de verkeerde weg gestuurd mannetje was. Het is vast heel erg knap, hoor, literatuurtechnisch gezien, maar ik wil graag een verhaal waar ik me in kan verdiepen, niet een als literair essay over Flaubert vermond romannetje.
Nu, ik heb het vast allemaal verkeerd begrepen, en ik heb ook nog geen werken van en over Flaubert gelezen (misschien helpt dat voor dit boek) want het boek won bijna de Booker Prize. Als ik m'n best doe, kan ik er ook wel een 'literair exegetische' uitleg aan geven, en dan is deze roman vast een parodie op de literaire exegese, en moeten we het hoofdpersonage zien als de papegaai uit de titel (oooh, how marvellously intellectual, I must say!!), om nog maar te zwijgen over de briljant subtiele ironie in het boek, maar navelstaarderij is zelden boeiend.
Niets voor mij, dus. Heb het ook na 140 van de 190 pagina's weggelegd om niet meer opnieuw op te nemen.
Eindoordeel:
Alleen te verteren door Flaubertkenners en -exegeten.
*1/2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten