In't kort:
We volgen de behoorlijk rommelige verhoudingen in de Devereux familie. Vooral tussen de verschillende generaties vrouwen (Helen, haar moeder Lily en grootmoeder Dora vlot het totaal niet. Vooral na de vroege dood van Helens vader, ontstaat er een breuk tussen moeder en dochter die jaren later nog steeds niet hersteld is. Er is ook nauwelijks contact tussen Helen en haar moeder en posingen om haar moeder in haar volwassen leven te betrekken (Helen is getrouwd en heeft twee kinderen) zijn nooit goed verlopen. Door de problemen met haar eigen familie heeft Helen het ook moeilijk om zich volledig te 'smijten' in haar eigen huwelijk. Er is altijd toch wat afstand.
Op een bepaald moment krijgen ze te horen dat Declan, Helens broer, AIDS heeft, in een vergevorderd stadium. Zijn eigenaardige keuze om in het oude hotel van de grootmoeder te verblijven om verzorgd te worden, worden ze nu gedwongen elkaar en hun demonen onder ogen te zien.
Mijn oordeel:
Net als in "Brooklyn", van dezelfde auteur (
elders besproken op deze blog) gebeurt ook hier weer niet bijzonder veel. De ziekte van Declan is weliswaar tragisch, maar is slechts een katalysator om de drie generaties met elkaar te confronteren. Dit zijn boeken waarin vooral gereflecteerd wordt over het leven, de dood en of je kan of zou moeten willen ontsnappen aan je achtergrond. Moet je aan je roots vasthouden of moet je ze met wortel en al uit de grond rukken en niet meer omkijken?
Dit boek gaat daarover en ook over lastige familierelaties. Ouders begrijpen hun kinderen niet en andersom. Teleurstelling is de regel aan beide kanten. Dit is best herkenbaar eigenlijk, al zijn de protagonisten in deze roman wel heel erg koppig. Dat heeft voor een deel ook te maken met het Ierse element, het ontkomen aan de katholieke dorpse achtergrond. Nu, dat kan je ook vertalen naar de Vlaamse klei. Achter gesloten deuren kunnen we ruzie maken, maar voor de gemeenschap zijn we steeds de perfectie. Dit wodt het best belichaamd in Dora, de grootmoeder, die haar onbegrip voor de homofiele Declan en zijn homovrienden verbergt achter "De mensen zullen nogal praten!!".
Dit wordt allemaal goed beschreven en niet teveel in your face gebracht, waardoor het tasbaar en herkenbaar wordt. De personages zijn geen karikaturen, maar echte mensen, met echte gebreken en echte emoties. Het grijpt je, net als Brooklyn, niet meteen bij je nekvel, maar stilaan geraak je steeds meer betrokken. Het open einde is verrassend maar niet storend. We laten de personages eindelijk met rust, laat ze het zelf nu maar eerst even uitwerken.
Eindoordeel:
**** (Brooklyn is beter, maar toch evenveel sterren)